Te Gast - Heel Fryslân fûgeltjeslân?

De onderstaande Te Gast van VVD Statenlid Nynke Koopmans stond in de Leeuwarder Courant op vrijdag 24 november.

 

‘Fryslân kin net sûnder greidefûgels. Greidefûgels kinne net sûnder boeren en sûnder boeren ha we gjin  iten. Fan greidefûgels wolle we graach mear en fan boeren net minder.’

Het eerste dat nodig is voor meer weidevogels, is voer voor de kuikens. Provinciale staten hebben bijna unaniem (op D66 en de PVV na)  een prima motie van GroenLinks aangenomen om te komen tot een insectennetwerk. Geen extra regels opleggen, niet beslag leggen op nog meer landbouwgrond maar zien wat er is en hoe we dat kunnen versterken en met elkaar verbinden.

Dit past precies in het idee van de VVD dat niet heel Fryslân ‘fûgeltsjelân’ moet worden. Er zijn gronden die geschikt zijn om voedsel te produceren. De bodem en het klimaat zijn er geschikt voor en de kennis en de inzet van de boeren is aanwezig. Hier moeten we zuinig op zijn.

Op andere plekken accepteren we dat de productie van voedsel een tandje minder is en is er meer ruimte en aandacht om het gebied in te richten voor de weidevogels en natuurbeheer. Met het vernieuwde Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer,

dat in 2016 is ingegaan, hebben wij een belangrijk instrument voor het realiseren van de (internationale) natuurdoelen en het verhogen van de aantallen weidevogels.

‘We moeten stoppen met het demoniseren van mest’

Om meer voer voor  weidevogels te krijgen, is mest onmisbaar. Zonder mest wordt grond onvruchtbaar. Op onvruchtbare grond groeit geen vegetatie en op kale grond heeft een weidevogel helemaal niets te zoeken. Zoals op de site van de Vogelbescherming valt te lezen ,,bestaat er een positieve relatie tussen percelen waarop ruige mest wordt uitgereden en het aantal broedparen van kieviten”.

Het toepassen van strorijke mest heeft een positief effect op het bodemleven waar weidevogels vervolgens weer van profiteren. We  moeten stoppen met het demoniseren van mest. Vanaf hier schrappen en juist kijken of er gebieden zijn die teveel verschraald zijn waardoor er te weinig wormen en dergelijke in de bodem zitten voor een goed functionerend bodemleven.

Daarbij hebben noch weidevogels, noch boeren belang bij uitgedroogde grond. Voor veel boeren zou een hoger waterpeil geen probleem zijn, mits zij in natte perioden het  waterpeil kunnen laten zakken tot een niveau waarop ze hun land nog kunnen bewerken en hun vee kunnen laten weiden. De boer zelf baas laten zijn over het waterpeil zou vele malen effectiever zijn dan het hanteren van één peil.

Een groot punt van zorg met betrekking tot de weidevogelstand is het feit dat ze door vossen en andere roofdieren worden opgevreten. In een commissievergadering die ter informatie voor de Statenleden was georganiseerd, gaf een deskundige dit ook aan als oorzaak van het  teleurstellende resultaat. We ontkomen er niet aan om stevig te blijven inzetten op predatiebeheer. Beschermen zonder beheren is zinloos.

Naast de landbouwgronden en de inspanningen die van boeren wordt verwacht, zijn er volgens ons binnen de terreinbeherende organisaties zoals It Fryske Gea, Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten nog veel mogelijkheden en onbenutte kansen voor een beter  weidevogelbeheer.

De doelstellingen van de natuurgebieden zouden eens goed tegen het licht gehouden moeten worden en in de kansrijke gebieden zou met ouderwets boerenverstand gekeken moeten worden wat anders kan. Dit levert waarschijnlijk meer vogels op dan nog meer belastinggeld spenderen aan  onderzoeken en rapporten.

Nynke Koopmans-Van der Veen
Statenlid VVD

 

 


Volg ons ook op Facebook
                                 Volg ons ook op Twitter

Publicatiedatum: 27 november 2017