Friese VVD Statenfractie blij met advies CPB: uitstel Windmolens op Land

In opdracht van de Ministeries van Economische Zaken en van Infrastructuur en Milieu heeft het Centraal Planbureau (CPB) een maatschappelijke kosten-batenanalyse (KBA) uitgevoerd van de Rijksstructuurvisie 6000 MW Windenergie op land. Het CPB is daarbij ondersteund door het Energie Onderzoek Centrum Nederland. De conclusie van deze studie is dat uitstel van de bouw van windmolens maatschappelijk de beste optie is.

Windenergie levert te weinig op vanwege de lage stroomprijs, mede omdat de molens tegelijk stroom leveren - als het waait - waardoor de elektriciteitsprijs daalt. Daarbij is sprake van overcapaciteit en minder afname van stroom door de economische crisis. De verliezen van windparkexploitanten moeten via subsidies uit de staatskas betaald worden. De effecten op de werkgelegenheid van de windparken zijn nihil. Bovendien blijkt dat Windenergie geen CO2-reductie oplevert in een wereld met emissiehandel en het is onwaarschijnlijk dat die emissiehandel na 2020 verdwijnt, aldus het CPB. Verder zijn de baten voor de voorzieningszekerheid onzeker en treden deze sowieso niet voor 2020 op, vanwege de huidige overcapaciteit.

"Ik vraag mij af of er met deze kennis nog grond is voor inzetten van de Rijkscoördinatieregeling als dwangmiddel, immers die regeling gaat uit van landsbelang", zegt Sylvia Hosman, woordvoerder energie van de Friese VVD Statenfractie.

De Friese VVD heeft zich altijd verzet tegen plaatsing van windturbines in Friesland omdat het een uitontwikkelde techniek is met grote negatieve effecten op het Friese landschap, en daarmee tot schade aan toerisme en vestigingsklimaat leidt. Voor een extra toewijzing van windparken voor Friesland op de lange termijn, in het rapport als optie genoemd, voelt de Friese VVD dan ook niets. De VVD is blij dat dit CPB rapport er toe leidt dat de Tweede Kamerfractie van de VVD zich tegen de bouw van windmolens uitspreekt.

Publicatiedatum: 18 juni 2013